Onlangs verscheen het boek De nieuwe Canon van Arnhem. In veertig vensters behandelt auteur Jan de Vries de hoogte- en dieptepunten uit de Arnhemse geschiedenis. Een van de hoofdstukken uit het rijk geïllustreerde boek gaat over het Plan Heuvelink uit 1853, dat aan de basis stond van het huidige Spijkerkwartier.
Passage uit: Jan de Vries, De nieuwe Canon van Arnhem
Explosieve bevolkingsgroei
Van alle steden in Nederland groeide de bevolking van Arnhem rond 1850 het sterkst. Tussen 1830 en 1880 verdrievoudigde het aantal inwoners van iets meer dan 13.000 naar ruim 40.000. Het provinciale Arnhem liet opkomende industrie- en handelssteden als Amsterdam en Rotterdam ver achter zich.
Stadsarchitect Hendrik Jan Heuvelink sr. probeerde de groei van de stad in banen te leiden met zijn uitbreidingsplan van 1853. Leidraad hierbij was het bouwen van huizen voor de gefortuneerde burger. Het stadsbestuur stelde alles in het werk om hen binnen de gemeentegrenzen te krijgen. Het waren echter niet de rijke inwoners die het meeste bijdroegen aan de bevolkingsstijging. De groei werd vooral veroorzaakt door de effecten van ‘het rijke burger-beleid’. Huizen moesten voor de welgestelde burgers gebouwd worden, net als woningen voor de bouwvakkers die naar de stad stroomden. De dienstboden, tuinlieden en ander huispersoneel hadden ook onderdak nodig. Bovenal waren het de grote bouwprojecten die veel ongeschoolde arbeiders naar de stad trokken. De sloop van de vestingwallen naderde haar voltooiing, grond moest verzet worden voor de spoordijken richting Emmerik en Zutphen, in drie maanden tijd werd Musis Sacrum uit de grond gestampt.
Villa’s en sloppen
Op de fundamenten van de stadsmuur, bij het hedendaagse Willemsplein, bouwde architect Hendrik Willem Fromberg in 1853 met gemeentelijke subsidie zeven indrukwekkende herenhuizen. Dat achter het witte neoclassicistische stadspaleis de armoedigste krotwoningen stonden, moest verborgen blijven ‘zoodat het oog van de vreemdeling niet langer onaangenaam getroffen worde’.
Met het uitbreidingsplan van Heuvelink verdwenen de laatste vestingwerken en werd villabouw langs de singels en de Rijnkade mogelijk gemaakt. Daarna zouden de ergste sloppenwijken worden opgeruimd, maar dat voornemen bleef steken in goede bedoelingen. De nieuwe arbeidersonderkomens lagen in Klarendal, de Weerdjes, Ruiterstraat en de Rietebeek, verstopt achter de villa’s en de spoordijk. De toestand van de arbeiders bleef erbarmelijk en de cholera-epidemieën (1853, 1859, 1866) maakten veel slachtoffers in de arme buurten.
Einde van de groei
Tot 1875 groeide Arnhem in bevolking en huizenbouw onstuimig. Na 1874 slechtten andere steden zoals Nijmegen ook hun stadswallen en raakte Arnhem als woonstad uit de mode. De rentenierende zakenmensen lieten Arnhem links liggen. De afname van bevolkingsgroei werd versterkt doordat het gemeentebestuur vasthield aan zijn oude beleid van bevoordeling van de rijke bovenlaag. Er werd geen enkel initiatief genomen om industrie en nijverheid naar Arnhem te halen.
Façadebouw in ‘Arnhems Blond’
In geel zijn op de kaart de door Heuvelink geplande wegen aangegeven. Daarvan zijn de buitensingels, de Rijnkade en het Roermondsplein gerealiseerd. Het huidige kenmerkende uiterlijk van de herenhuizenring rondom de oude binnenstad is aan Heuvelink te danken.
Ondanks dat het plan maar voor de helft werd uitgevoerd, waren de gemeentelijke investeringen in het plan (opkopen en bouwrijp maken van de grond) revolutionair. Alles werd uit de kast gehaald om rijke burgers naar de stad te lokken. De witte, in ‘Arnhems blond’ gepleisterde, herenhuizen aan de singels en Rijnkade stonden in schril contrast tot de wildgroei van slechte arbeiderswoningen in het Spijkerkwartier en Klarendal daarachter. Ook de armoedige sloppen en stegen van de Langstraat waren verstopt achter de herenhuisfaçade van de Rijnkade.
Heuvelink jr. en schone schijn
Na het uitbreidingsplan van 1853 was er geen enkele planmatige aanpak van de wegen- en woningbouw. Het was de zoon van Heuvelink sr. die vijfentwintig jaar na zijn vader een poging deed om orde in de chaos te scheppen. De gemeenteraad gaf toestemming, maar geen subsidie, voor zijn Boulevardkwartier. Vooral de brede boulevard, die in 1901 naar hem werd vernoemd, kreeg allure. Om kostendekkend te zijn, herbergden de stadspaleizen soms vier tot acht afzonderlijke wooneenheden.
De nieuwe Canon van Arnhem is een uitgave van Uitgeverij Parkstraat.
Het boek is verkrijgbaar bij de lokale boekhandel en te bestellen bij de uitgeverij: www.uitgeverijparkstraat.nl