Verborgen sporen
Het Spoorboekje roept verrassende reacties op van mensen die ook een verhaal over hun familie in de Spoorhoek hebben. Reden voor een digitaal vervolg op deze website. Met foto's en informatie verzameld en beschreven door Jolanda Keesom. Reacties en aanvullingen over andere families zijn welkom!
Gorissen, Herenhoedenmagazijn van 1875, Hommelstraat 29
Johannes Joachim Gorissen begon in 1875 een herenhoedenzaak op de Hommelstraat. Dat ging zo goed dat hij zijn zaak al in 1886 uitbreidde naar het buurpand. Daar trok hij de aandacht van het publiek niet alleen met zijn hoeden en petten van eigen handelsmerk, maar ook met zijn smeedijzeren gevelversieringen, zoals op de voorkant van het Spoorboekje te zien is. Maar dankzij achterkleinzoon Koen Berfelo is er meer opmerkelijks te vertellen.
Afgetimmerde sporen
Aan de gevel op Hommelstraat 29 is tegenwoordig weinig meer te zien van Gorissen. De gietijzeren pilaren in de pui zijn blauw geschilderd en de tegels met de naam zijn afgetimmerd. Na bijna 35 jaar zijn de sporen van Gorissen in de Spoorhoek praktisch uitgewist. In 1980 vertrok de laatste generatie Gorissen uit de winkel. De broers Bert en Max hadden geen opvolger. Dankzij zijn interesse in Het Spoorboekje kwamen we een andere nazaat op het spoor: Koen Berfelo, een achterkleinzoon van de oprichter. Zijn moeder groeide op boven het Gorissen-filiaal aan de Ketelstraat dat haar vader daar in 1900 was begonnen. Een oom van haar had in 1910 een filiaal in de Kortestraat onder zijn hoede had genomen, terwijl een andere oom in de zaak in de Hommelstraat was gekomen. Van de Spoorhoek was de zaak dus uitgebreid naar het centrum.
Begin van een keten
Waarschijnlijk is J.J. Gorissen zijn zaak begonnen in hetzelfde pand waar in 1891 de gebroeders Kohlmann hun eerste filiaal van de Goedkoope Winkel zijn begonnen. Tegen die tijd was de nummering van de Hommelstraat veranderd en had dit pand nummer 31 gekregen. Net als zijn latere buurmannen Kohlmann en Rieter blijkt Gorissen vanuit de Hommelstraat een keten te zijn gestart.
Het Geïllustreerd Zondagsblad van de Arnhemsche Courant bericht op 16 augustus 1925 over het vijftig jarig bestaan van de hoedenzaak. Een paar jaar eerder heeft die in de Hommelstraat een nieuw gezicht gekregen met in gekleurde tegels boven de etalages de aanduiding 'Hoedenmagazijn Gorissen'. Overigens maakte de familie Gorissen zelf geen hoeden, maar kocht ze in en verkocht ze onder eigen merk aan de detailhandel: 'en gros' en 'en detail'. Hun assortiment varieerde van 'hoge zijen' tot dagelijkse petten en helmen voor het Nederlandse leger. Ook verkochten ze parapluis, wandelstokken en 'pelterijen': bontwerk; vermoedelijk in de vorm van bontmutsen en -kragen.
Bert en Max
De broers Bert en Max werden in de jaren twintig geboren boven de winkel van hun vader op Hommelstraat 29. In hun generatie was dat niet helemaal vanzelfsprekend meer. Zo studeerde Bert voor edelsmid aan Kunstoefening, de voorloper van de huidige Kunstacademie ArtEZ. In de Tweede Wereldoorlog hielp hij Joden onderduiken en beschreef onder andere zijn ervaringen met de evacuatie van Arnhem waardoor hij met zijn familie in Apeldoorn belandde. Na de oorlog bouwde hij samen met zijn broer de zaak van zijn vader op. Bert kreeg geen kinderen. Zijn broer Max met wie hij tot 1980 heeft samengewerkt, kreeg twee dochters.
In 1975 vierden de Gorissen nog enthousiast het honderdjarig bestaan, maar al snel werd duidelijk dat deze nering zijn beste tijd had gehad. Het dragen van hoeden en petten raakte steeds meer uit de mode. Paraplu's waren geen luxe-artikelen meer. Voor zulke gespecialiseerde winkels was weinig belangstelling meer. Jammer, want de Gorissen hadden altijd veel persoonlijke aandacht aan hun werk besteed.
Getuigen
Koen Berfelo herinnert zich de winkel aan de Hommelstraat uit zijn kindertijd als een nogal stoffige en ouderwetse zaak, met behalve hoofddeksels ook wandelstokken en parapluis.
Hij koestert een aantal bijzonder vormgegeven voorwerpen die zijn ondernemende familie liet maken, zoals hoedendozen met het Gorissenlogo, een asbak in de vorm van een hoge hoed en een kalender die in 1912 als relatiegeschenk werd gemaakt. Objecten als stille getuigen van de geschiedenis die zich grotendeels in de Spoorhoek heeft afgespeeld.