Het is een ontwikkeling die al jaren bezig is: de kippenhokkisering van het Spijkerkwartier, ofwel het opknippen van panden in zoveel mogelijk kamers of studio’s, zodat ze zoveel mogelijk geld opbrengen. Het Bewonersoverleg onderzoekt de komende tijd hoe we deze ontwikkeling kunnen tegengaan.
De trend doet zich in veel steden voor: investeerders die woningen in populaire buurten opkopen en opknippen in kamers, om er zoveel mogelijk huur aan te verdienen. Het formeel opsplitsen van panden in mini-appartementen is dankzij eerdere acties uit de wijk vrijwel helemaal gestopt. Maar de vastgoedbelegger c.q. huisjesmelker heeft een nieuwe manier gevonden: dan maar niet formeel opsplitsen, maar er gewoon kamers (onzelfstandige wooneenheden) van maken. Prijzen van 400 euro voor een kamer met gedeelde keuken en badkamer van nog geen 20 vierkante meter zijn heel gebruikelijk. En zo worden steeds meer panden waar eerst gezinnen of stellen woonden, omgebouwd tot kamerverhuurpanden.
Op zich hoeft daar niets mis mee te zijn. Het levendige karakter van het Spijkerkwartier komt niet in de laatste plaats door de zeer gemengde bevolking: studenten, werkende jongeren, gezinnen, stellen, ouderen. Maar de afgelopen tijd wordt de buurt wel steeds voller. Het aantal inwoners van het Spijkerkwartier steeg van 2001 tot 2017 met maar liefst 20%, van 5462 naar 6588.
En als kamers alleen worden verhuurd om er zoveel mogelijk geld uit te halen, dan heeft dat onvermijdelijk gevolgen voor de leefbaarheid van een straat. In een slecht onderhouden kamer waar je veel te veel huur voor betaalt, blijf je immers niet lang wonen. Een grote doorloop is het gevolg: afgelopen jaar verhuisden bijna 2000 mensen de wijk in en uit.
Niet aanspreekbaar
De buitenkant van de panden wordt er natuurlijk ook niet beter op als de eigenaar geen geld in het onderhoud steekt. Bij eventuele overlast is de eigenaar vaak ook niet aanspreekbaar. Hij woont immers ergens anders en heeft geen betrokkenheid bij de buurt.
Tijdens het Bewonersoverleg van februari stelde de werkgroep Vergunningen en Handhaven het onderwerp aan de orde. Het Bewonersoverleg was duidelijk: we moeten in gesprek met alle betrokkenen: met de gemeente, met huurders, met verhuurders, met verkopers van huizen, met de politiek, om te onderzoeken hoe we hier iets tegen kunnen doen. Welke regels zijn er, wat kan de gemeente, wat kan de politiek, wat kunnen we van andere steden leren?
Wel heel belangrijk om te noemen: er zijn gelukkig ook volop bonafide verhuurders, die wél redelijke huren vragen en hun panden goed onderhouden. Die moeten we koesteren. We gaan daarom óók met hen in gesprek om te kijken hoe zij de zaken aanpakken. Want betaalbare, goed onderhouden woningen, daar is niet alleen de huurder, maar de hele buurt bij gebaat.
Bekijk hier de presentatie van het Bewonersoverleg van februari 2018
Reageren, meer informatie of meedenken? Mail naar