Een korte samenvatting van de uitspraak van de rechtbank d.d. 22 maart j.l.:
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en veroordeeld de gemeente in de proceskosten/griffierecht. Dit zou kunnen doen vermoeden dat wijk en omwonenden (overwegend) in het gelijk zijn gesteld, maar dat is niet het geval. Want:
- Het punt van overlast is niet gehonoreerd. Er wordt kortweg gezegd dat de gemeente en de eigenaar van het pand aansprakelijk zijn voor het handhaven van de rust en orde.
- Wat betreft het punt van “manipulatie in de besluitvorming”, d.w.z. dat de data van besluitvorming door de gemeente wel erg nauw op elkaar aansluiten en op elkaar zijn afgestemd: hier wordt door de rechter geen woord aan gewijd.
- Er is alleen een zakelijke/juridische weerlegging dat er geen sprake is van strijd met het bestemmingsplan en de gemeente en eigenaar dus in hun recht staan.
- Ook het verweer van een niet kloppend parkeerbeleid wordt door de rechter aan de kant geschoven.
Conclusie: eigenlijk heeft de gemeente op alle punten gewonnen. Het bijzondere is wel dat de bewoners de proceskosten/griffierecht niet hoeven te betalen. Waarschijnlijk heeft de rechtbank hierbij het gevoelen van wijk en omwonenden laten prevaleren boven de juridische kant van de zaak.
Tot slot: een waarschijnlijk wat meer juridische samenvatting van onze advocaat volgt nog.
Heeft de procedure dan geen zin gehad? Wij vinden van wel. Omdat we hebben laten zien dat we door de procedure ons als omwonenden en wijk niet ”zomaar in het pak laten naaien” door de gemeente. Bovendien zijn de eigenaar en gemeente ons als wijk en omwonenden hierdoor toch meer als een gelijkwaardige en serieuze partner gaan zien.
De eigenaar van het pand heeft de afgelopen twee jaar ook veel gedaan om de overlast zoveel mogelijk te verminderen. Veel omwonenden hebben de afgelopen anderhalf jaar ook weinig overlast meer ervaren.
Vervolg: voor het vervolg op deze procedure is belangrijk hoe eigenaar in samenspraak met de wijk en omwonenden nu verder gaan met goed buurmanschap. Daar geeft de uitspraak van de rechtbank ook basis voor: “het handhaven van rust en orde”. Op korte termijn gaat het bijvoorbeeld om het (onder andere akoestisch) goed inrichten van de omgeving van het pand.